De bekkenbodem is een groep van spieren die de onderste kern van je bovenlichaam (romp) vormen. Het is verbonden met je eerste chakra.
Hier huist onze basisveiligheid en vertrouwen. Het fundament. Aanwezig in dit centrum rust je in jezelf. Als hier geen of weinig aanwezigheid is, is er bijna altijd een zoeken naar buiten; vertrouwen en veiligheid word ‘buiten’ gezocht. Het vindt geen gronding in het lichaam zelf.
Gevoelens van onveiligheid en onrust kunnen pas zakken wanneer deze worden gevoeld en gedragen in onszelf. We halen het ‘naar binnen’, en daar moeten we ook zijn. Voelen vind plaats in het lichaam, niet ergens anders. We weten niet hoe veilig de wereld om ons heen is, maar we voelen wel onze eigen bodem. Daar vinden we onszelf. Hoe onrustig de wereld om ons heen ook is.
In eigen bodem vinden we de balans tussen beheersing en overgave. Beheersing waar het gaat om het dragen van eigen gevoelens , en overgave aan dat wat we niet kunnen voorkomen. Deze balans is heel subtiel en invoelend. Zo zorgen we voor onszelf.
In deze subtiele balans scheppen we de mogelijkheid om vertrouwen en liefde te ontvangen in en door onszelf, zonder dat dit ‘van buitenaf’ hoeft te komen.
Tegelijkertijd komt er meer ruimte en verbinding voor dat wat buiten ons plaatsvindt. Deze energie kunnen we dan ook meer naar buiten dragen als compassie en liefde.
Geven en ontvangen komen samen, in onszelf.