Er bestaat een mooie boeddhistische uitdrukking: ‘vorm is leegte, leegte is vorm’. Iedere vorm (gedachte, emotie, sensatie) ontstaat vanuit leegte en lost hier ook weer in op. Omdát het op kan lossen is het uiteindelijk hetzelfde. Het lost op in zichzelf. Leegte is de werkelijke aard (en capaciteit) van de dingen. Leegte zou je ook kunnen aanduiden als Bewustzijn, liefde, ruimte of gewaarzijn.
Dit vertaald naar het lichaam; de sensaties en prikkels die het leven ons geeft ervaren, er in betrokken en actief in zijn, en het weer los kunnen laten. Omdat het komt en gaat. En als het weer gegaan is, is het weg.
We hebben onszelf echter aangeleerd te identificeren (vereenzelvigen) met de vormen; de gedachtes, gevoelens, sensaties. Hiermee hebben we ons zelfbeeld gecreëerd. Dit zelfbeeld ‘moeten’ we, ‘denken we’, verbeteren, beschermen, in stand houden. Dit is nogal een krampachtig gebeuren.
Wanneer je meer bewust wordt dat je het gewaarzijn Zelf bent, in plaats van de vormen, blijf je minder ‘plakken’ in de gedachtewereld en identificaties. Er komt een vertrouwen in het komen en gaan en de mooie dynamiek daarvan wordt steeds meer gezien. Het is allemaal een spel!
Vanuit gewaarzijn kijk je naar de sensaties, gevoelens en gedachtes. Dit heet de waarnemers-positie. We kunnen ons zelfbeeld, ons eigen verhaal en gevoelens zien afspelen in onze innerlijke beleving, maar er is ook een afstand. En die afstand, de ruimte, dat is eigenlijk de bron. Het is de stilte tussen de gedachtes, de leegte tussen de woorden. Alles lost daarin op. Die bron, dat is je wezenlijke natuur.
Gemakkelijk is het niet. Het is echter zo simpel dat het heel moeilijk is. Wat een paradox!